Therapeutische koorts

“Geef mij het vermogen om koorts op te wekken en ik genees alle ziekten.” Parmenides, Grieks arts en wijsgeer, 510 v.Chr. Parmenides, Greek physician and philosopher, 510 BC

De heilzame werking van koorts en warmtetherapie is al sinds de oudheid bekend. De antieke Griekse geneeskunde, de Romeinse warme zwavelbaden, de Finse sauna’s, de Europese en Amerikaanse behandelingen in kuuroorden, de Japanse warme baden, de inheems- Amerikaanse zweethutten en therapeutische warme bronnen overal ter wereld zijn voorbeelden van manieren waarop verschillende culturen eenvoudige vormen van warmte hebben gebruikt voor zowel zuivering als genezing.

  • Koorts: vriend of vijand?

    In onze cultuur heerst er een alomtegenwoordige angst voor koorts. Veel mensen beschouwen koorts als de oorzaak van een ziekte in plaats van de natuurlijke poging van het lichaam tot genezing ervan. Wanneer een patiënt door koorts wordt geteisterd staat de moeder, vader, geliefde, vriend of verzorger er meestal met een machteloos gevoel bij. Geen wonder dat we bij het eerste teken van koorts snel grijpen naar medicijnen als aspirine of paracetamol (NSAID’s – nietsteroide, ontstekingsremmende geneesmiddelen). Het medicijn staat voor hoop en herstel. Het toedienen van medicamenten impliceert dat er een remedie is. (Zoals ook advertenties dat doen.)   De boodschap luidt dat als je de koorts maar vermindert de ziekte wel overgaat. Dus krijgt de verzorger het gevoel dat het goed is om koortsonderdrukkende medicamenten te geven. Men gelooft immers dat het verminderen van koorts een manier is om ziekte te bestrijden.   Ironisch genoeg is de angst voor koorts misplaatst. Koorts kan geen kwaad, behalve wanneer hij wekenlang te hoog is (40,0 °C of hoger). Koorts geeft het immuunsysteem het signaal de afweer te versterken en zet het genezingsproces in beweging. In feite is koorts de natuurlijke reactie van alle zoogdieren op een infectie of ziekte. Dit geldt voor katten en honden, olifanten en tijgers, paarden en mensen. Onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat koorts niet de vijand maar juist de vriend van genezing is.   Deze wetenschappelijke grondgedachte, die door duizenden onderzoeksstudies wordt onderbouwd, vormt de grondslag voor de hyperthermiebehandeling in het Medical Center Cologne en andere medische centra in Europa, Japan en over de gehele wereld.

  • Hoe koorts de immuunfunctie activeert

    Zoals reeds eerder in dit hoofdstuk is beschreven, is koorts in feite het signaal dat in reactie op infecties, ziekten, verwondingen of maligne tumoren de immuunactiviteit gevechtsklaar maakt.

    Bij 38,5 °C verdubbelt het immuunsysteem zijn functies in een respons op impulsen die diep uit de hersenstam komen.   Er is aangetoond dat de toename van de lichaamstemperatuur verschillende aspecten van de immuunfunctie inschakelt, waaronder chemische boodschappers zoals interleukine, die het immuun-systeem mobiliseren,7dendritische cellen die de infectie of de tumor identificeren, warmteschokeiwitten die witte bloedcellen active- ren77 en T-cellen die virussen en kankercellen vernietigen.

  • De rol van koorts in de ontwikkeling van het immuunsysteem

    Bij een pasgeboren baby is het immuunsysteem onvolgroeid en onderontwikkeld. Er worden bijvoorbeeld geen antilichamen aange- maakt door het lichaam van de baby, maar de baby vertrouwt hiervoor op de antistoffen die voor de geboorte door de moeder via de placenta zijn doorgegeven.   De antistoffen van de moeder raken uitgeput tegen de tijd dat de baby ongeveer zes maanden is. Op dat punt moet het immuunsysteem van het kind leren hoe het moet reageren op invasieve infecties zoals bacteriën, virussen en parasieten en op bedreigingen in het lichaam, zoals abnormale en carcinomateuze cellen.   Net als ieder orgaansysteem moet het immuunsysteem zich volledig ontwikkelen wil het kind gezond blijven.   Gemiddeld krijgt iedere baby in zijn eerste levensjaar ongeveer zeven virusinfecties. Onderzoekers beschouwen koorts tegenwoordig als een ‘noodzakelijke poging van de natuur’ om de ontwikkeling van het immuunsysteem te bevorderen en bevestigen dat juist dit proces de immuunrespons activeert.79 Uit cohortstudies blijkt dat een kind vóór het zesde jaar minstens vier tot vijf perioden van hoge koorts moet krijgen om een naar behoren werkend immuunsysteem te ontwikkelen.   De ontwikkeling van immuniteit is te vergelijken met de opbouw van de spieren en het skelet, die alleen dan correct verloopt wanneer ze voortdurend worden gebruikt en er regelmatig bij activiteit of spel een zware inspanning wordt geleverd. Dat is de reden waarom we kinderen aanmoedigen om aan sport te doen. Een kind dat aan bed of aan een rolstoel is gekluisterd heeft ten gevolge van onderbelasting niet de mogelijkheid om een goed ontwikkeld skelet of spierstelsel te ontwikkelen.   Het immuunsysteem kan zich alleen ten volle ontwikkelen als het ‘onder druk’ wordt gezet door het kind te verdedigen tegen binnendringende microben zoals virussen en bacteriën. Wanneer een kind de een of andere infectie krijgt, moet het immuunsysteem zijn afweermechanismen uitbreiden en zijn activiteiten en stofwisseling op een hoger plan brengen.   In de kinderjaren is koorts belangrijk omdat die een rol speelt bij de ontwikkeling en volgroeiing van het immuunsysteem zodat die een leven lang naar behoren kan functioneren.

Hyperthermie in de behandeling van kanker

Er bestaan traditioneel twee vormen van warmtetherapie: de op het gehele lichaam en de op een deel van het lichaam toegepaste warmtetherapie. Dit hoofdstuk bespreekt de moderne, innovatieve toepassingen van deze methoden, zoals ze bij de behandeling van kanker worden gebruikt. Koorts blijkt een van de ontbrekende schakels in ons begrip van kanker te zijn. De meeste kankerpatiënten hebben een lagere inwendige temperatuur en kunnen geen koorts krijgen. Daardoor zijn ze niet in staat hun immuunsysteem te activeren. De wetenschap heeft aangetoond dat koorts een beschermingsmechanisme is.   Wanneer de lichaamstemperatuur oploopt tot 38,5 °C wordt het immuunsysteem in alarmtoestand gebracht.Bij deze temperatuur verdubbelt het niveau van immuunchemicaliën in de bloedsomloop en neemt de immuunafweer in het hele lichaam toe. Binnen zes uur verdubbelt vrijwel ieder belangrijk afweermechanisme binnen het immuunsysteem zijn activiteit.Dit proces blijkt bij veel kankerpatiënten, die typisch melden dat ze nooit koorts hebben gehad, inactief te zijn.   Om het immuunsysteem van deze patiënten te reactiveren wordt in het Gorter-model gebruik gemaakt van een beheerste vorm van koorts die in de literatuur hyperthermie van het gehele lichaam op koortsniveau of algehele hyperthermie wordt genoemdeen behandelvorm waarbij het gehele lichaam verwarmd wordt tot de temperatuur van een matige koorts van ongeveer 38,5 °C.Het gevolg hiervan is dat het immuunsysteem wordt geactiveerd net zoals een natuurlijke koorts een immuunreactie opwekt, zoals bij een infectie. Deze aanpak is noodzakelijk om het lichaam op het niveau van een therapeutische koorts te brengen, en verschilt van traditionele methoden zoals sauna’s of hete baden, omdat deze de inwendige temperatuur niet beinvloeden of niet het temperatuur-niveau bereiken dat bij koorts optreedt.In het Gorter-model wordt aan ongeveer 70 procent van alle patiënten algehele hyperthermie op koortsniveau toegediend. Gelokaliseerde warmtebehandeling is een andere methode die in het Gorter-model wordt gebruikt, waarbij er plaatselijk warmte aan het tumorweefsel wordt toegevoerd. In andere gevallen wordt een ‘gebied’ of plek van het lichaam selectief verwarmd, ook weer zodanig dat alleen de kankercellen een hogere temperatuur krijgen.De plaatselijke verwarming verhoogt de temperatuur in de maligne cellen tot 42°C zodat ze sterven door de toename van de intracellulaire melkzuurproductie. Alleen de kankercellen komen op een hogere temperatuur, die direct tot celdood leidt. De gelokaliseerde hoge temperatuur en de dood van kankercellen activeert tevens het immuunsysteem. De naburige gezonde cellen worden niet aangetast. Lokale hyperthermie wordt bij ongeveer 99 procent van alle patiënten gebruikt.

  • Referenties

    Kluger MJ. Fever: Role of pyrogens and cryogens. Physiol Rev. 1991; 71(1): 93–127. Roberts Jr NJ. The immunological consequences of fever. In: Mackowiak PA, ed. In Fever: Basic mechanisms and management. New York: Raven. 1991:125. Roberts Jr NJ. Impact of temperature elevation on immunologic defenses. Rev Infect Dis. 1991; 13(3): 462–72. National Library of Medicine, MeSH Database, available at http://www.ncbi.nlm.nih.gov/sites/mesh. Accessed 07-20-1 Kleef R, Jonas WB, Knogler W, Stenzinger W. Fever, cancer incidence and spontaneous remissions. Neuroimmunomodulation. 2001;9(2):55-64. Kleef, R. & Hager, D. Incidence of Malignancies and Missing History of Fever in Baronzio, G.F. & Hager, E. (2006). Hyperthermia in Cancer Treatment: A Primer. New York: Springer US. Laurence JZ. The diagnosis of surgical cancer (Lister Prize say for 1854). London: Churchill. 1854; 56.


    Ralf Kleef and E. Dieter Hager. Fever, Pyrogens and Cancer. NCBI. Bookshelf » Madame Curie Bioscience Database, Oncology. Epublished 20__. Available at http://www.ncbi.nlm.nih.gov/bookshelf/br.fcgi?book=eurekah&part=A59581. Accessed 07-14-10. Remy W, Hammerschmidt K, Zänker KS. et al. Tumorträger haben selten Infekte in der Anamnese [in ….]. Med Klinik. 1983; 78: 95–98. Kölmel K, Gefeller O, Haverkamp B. Febrile infections and malignant melanoma: Results of a case-control study. Melanoma Res. 1992; 2: 207–211. Schlehofer B, Blettner M, Becker N. et al. Medical risk factors and development of brain tumors. Cancer. 1992; 69: 2541–2547. Dinarello CA. Endogenous pyrogens. In: Mackowiak PA, ed. Fever: Basic mechanisms and management. New York: Raven. 1991: 23. Dinarello CA. Thermoregulation and the pathogenesis of fever. Infect Dis Clin North Am. 1996; 10(2): 433–49. Burdon RH. The heat shock proteins. Endeavour. 1988; 12(3): 133–8. . Dressel R, Heine L, Elsner L. et al. Induction of heat shock protein 70 genes in human lymphocytes during fever therapy. Eur J Clin Invest. 1996; 26(6): 499–505.. Newhouse ML, Pearson RM, Fullerton JM. et al. A case control study of carcinoma of the ovary. Brit J Preventive Social Med. 1977; 31: 148–153. [PubMed] ROnne T. Measles virus infection without rash in children is related to disease in adult life. The Lancet. 1985; 8419i: 1–5. van Steensel-Moll HA, Valkenburg HA, van Zanen GE. Childhood leukemia and infectious diseases in the first year of life: A register based case-control study. Am J Epidemiol. 1986; 124: 590–594. Flöistrup, H., Swartz ,J., Bergström, A, ,Alm, J.S,, Scheynius, A., van Hage, M., Waser, M., Braun-Fahrländer, C., Schram-Bijkerk, D., Huber, M., Zutavern ,A., von Mutius, E., Ublagger, E., Riedler, J., Michaels, K.B., Pershagen, G., & The Parsifal Study Group. (2006). Allergic disease and sensitization in Steiner school children. J Allergy Clin Immunol. 117(1),59-66. Gorter R. Unpublished clinical data. Medical Center Cologne, Cologne, Germany. 2010. Ader, R., & Cohen, N. (1975). Behaviorally conditioned immunosuppression. Psychosomatic medicine.37(4), 333-340. Ader, R. (2003). Conditioned immunomodulation: research needs and directions. Brain Behav Immun. 17, Suppl 1,S51-7. Goebel, M.U., Trebst, A.E., Steiner, J., Xie, Y.F., Exton, M.S., Frede, S., Canbay, A., Michel, M.C., Heeman, U., & Schedlowski, M. (2002). Behavioral conditioning of immunosuppression is possible in humans. The FASEB Journal,16, 1869-1873. Hiramoto, R., Rogers, C., Demissie, S., Hsueh, C,M., Hiramoto, N., Lorden, J. & Ghanta, V. (1996). The use of conditioning to probe for CNS pathways that regulate fever and NK cell activity. Int J Neurosci. 84(1-4):229-45. Sevan-Schreiber D. Anticancer: A New Way of Life. New York: Viking. 2008: 1. Hildesheim A, Han CL, Brinton LA, Kurman RJ, Schiller JT. Human papillomavirus type 16 and risk of preinvasive and invasive vulvar cancer: results from a seroepidemiological case-control study. Obstet Gynecol. 1997 Nov;90(5):748-54. Zhu Y, Jin Y, Guo X, Bai X, Chen T, Wang J, Qian G, Groopman JD, Gu J, Li J, Tu H. Comparison study of complete sequences of hepatitis B virus identifies new mutations in core gene associated with hepatocellular carcinoma. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev. 2010 Aug 10. [Epub ahead of print]. Webb PM, Hengels KJ, Moller H, Newell DG, Palli D, Elder JB, Coleman MP, De Backer G, Forman D. The epidemiology of low serum pepsinogen A levels and an international association with gastric cancer rates. EUROGAST Study Group. Gastroenterology. 1994 Nov;107(5):1335-44. Beasley, R. K., Clayton, T., Crane, J., von Mutius, J., Lai, C.K., Montefort, S., Stewart, A., & Phasae Three Study Group. (2008). Association between paracetamol use in infancy and childhood, and risk of asthma, rhinoconjunctivitis, and eczema in children aged 6-7 years: analysis from Phase Three of the ISAAC programme. Lancet, 20 (372), 1039-1048.