In het Medical Center Cologne krijgen vrijwel alle patiënten via een infuus (i.v.) antioxidanten, voedingsstoffen, sporenelementen en mineralen toegediend. Bovendien krijgen ze elektrolytische mineralen toegediend om dehydratie tijdens algehele hyperthermie op koortsniveau te voorkomen. De patiënten krijgen ook tijdens gelokaliseerde hyperthermie infusen met voedingsstoffen om de werkzaamheid van de behandeling te vergroten. Vitaminen en sporenmineralen ondersteunen de immuunfunctie en herstelmechanismen.

Onderzoek heeft aangetoond dat het via een infuus aanbieden van antioxiderende vitaminen en mineralen tekorten veel sneller kan aanvullen dan met uitsluitend orale supplementen mogelijk is. Ongeacht hoe uitgeput de patiënten zijn wanneer ze voor het eerst in het centrum aankomen beginnen ze doorgaans binnen enkele dagen de weldadige effecten van de infusen te merken. Vaak verlaten ze na een week of tien dagen verfrist en energiek de kliniek.

De patiënten die aanvankelijk veel pijn hadden toen ze aan het programma begonnen merken bijna altijd dat ze veel minder of helemaal geen pijn meer hebben. Antioxidanten zijn essentiële voedingsstoffen die het immuunsysteem gebruikt om ons tegen kanker te beschermen. Wanneer kankercellen aan het woekeren slaan bestrijdt het lichaam ze met ‘zuurstofproducten’ zoals ozon en stikstofoxide (NO).

Deze nevenproducten van ons immuunsysteem zijn een noodzakelijk kwaad van deze inwendige oorlogvoering, die ‘oxidatieve stress’ veroorzaakt.Deze nevenproducten van ons immuunsysteem zijn een noodzakelijk kwaad van deze inwendige oorlogvoering, die ‘oxidatieve stress’ veroorzaakt.

  • In het Medical Center Cologne krijgen vrijwel alle patiënten via een infuus (i.v.) antioxidanten, voedingsstoffen, sporenelementen en mineralen toegediend. Bovendien krijgen ze elektrolytische mineralen toegediend om dehydratie tijdens algehele hyperthermie op koortsniveau te voorkomen. De patiënten krijgen ook tijdens gelokaliseerde hyperthermie infusen met voedingsstoffen om de werkzaamheid van de behandeling te vergroten. Vitaminen en sporen- mineralen ondersteunen de immuunfunctie en herstelmechanismen.

    Onderzoek heeft aangetoond dat het via een infuus aanbieden van anti- oxiderende vitaminen en mineralen tekorten veel sneller kan aanvullen dan met uitsluitend orale supplementen mogelijk is.

    Ongeacht hoe uitgeput de patiënten zijn wanneer ze voor het eerst in het centrum aankomen beginnen ze doorgaans binnen enkele dagen de welda- dige effecten van de infusen te merken. Vaak verlaten ze na een week of tien dagen verfrist en energiek de kliniek. De patiënten die aanvankelijk veel pijn hadden toen ze aan het programma begonnen merken bijna altijd dat ze veel minder of helemaal geen pijn meer hebben.

             Robert Gorter, MD, PhD

Vitamine-C-therapie

Onderzoek heeft aangetoond dat vitamine C zowel antioxiderende als tumorwerende eigenschappen heeft. De afgelopen vijf jaar is intraveneus toe te dienen vitamine C onderzocht in onderzoekscentra als het National Cancer Institute (NCI), de McGill University in Canada en het National Cancer Center in Japan.
In een studie van de NIH die is gepubliceerd in de Proceedings of the National Academy of Science (2008) staat dat ‘deze data erop wijzen dat ascorbaat als prodrug heilzaam kan zijn bij gevallen van kanker met een slechte prognose en beperkte therapeutische opties’.
Tumorbestrijdende activiteit. Onderzoekers van het NIH National Cancer Institute schrijven dat ‘vitamine C in hoge concentratie toxisch is voor kankercellen in vitro [in het laboratorium]’.
Orale supplementen of intraveneuze infusen? De keuze voor orale supplementen of i.v.-therapie wordt bepaald door het doel van de therapie – of ze bedoeld is om kanker te voorkomen bij gezonde individuen, het welbevinden van een patiënt met kanker te vergroten, of om tumorbestrijdende activiteiten te ondersteunen.
De afwezigheid van bijwerkingen. Volgens onderzoekers van de McGill University zijn bij intraveneuze vitamine-C-therapie ‘ongewenste werking en toxiciteit minimaal bij iedere dosering’. De meest gangbare ongewenste werkingen die zijn beschreven bij i.v.-therapie met hoge doses vitamine C zijn misselijkheid, oedeem en een droge mond of huid; en dit gewoonlijk in geringe mate.Van de 24 patiënten die in een bepaald onderzoek hoge doses vitamine C kregen kreeg er eentje last van een niersteen na dertien dagen te zijn behandeld, terwijl een andere patiënt last van een lage kaliumspiegel kreeg. Gegeven de ernst van de begintoestand van de patiënten concludeerden de onderzoekers dat ‘intraveneuze vitamine-C-therapie tegen kanker relatief veilig is’.
Bevindingen in het Medical Center Cologne. Tot het Gorter-model horen ook matige doses vitamine C die intraveneus tijdens hyperthermiesessies worden toegediend. De klinische ervaring in het Medical Center Cologne documenteert de uitzonderlijke veiligheid van deze infusen. De gemiddelde volwassen patiënt krijgt intraveneus 12,5 gram vitamine C in combinatie met elektrolyten toegediend. Deze infusen blijken de werkzaamheid van de hyperthermie te verhogen en hebben nog nooit tot complicaties zoals nierstenen of diarree geleid.

Seleniuminfusen

Selenium (natriumseleniet) is een sporenmineraal met belangrijke antioxiderende eigenschappen dat ‘goed verdragen wordt en eenvoudig toe te dienen is’. Kankerpatiënten hebben vaak een tekort van deze belangrijke voedingsstof. Onderzoek heeft aangetoond dat het herstel van de seleniumspiegel de detoxificatiekanalen activeert, die een essentiële rol spelen bij het afbreken en metaboliseren van medicijnen en het afvoeren van toxinen. De afgelopen tien jaar is er onderzoek verricht naar selenium in de Verenigde Staten, Duitsland, Oostenrijk, China, Egypte en India. Dit sporenmineraal is verrassend belangrijk voor de ondersteuning van een goede immuunfunctie:

    • Betere uitslagen van rode-bloedceltellingen.
    • Geringere vernietiging van witte bloedcellen.
    • Hogere niveaus van T-cellen.
    • Sterke vermindering van het aantal infecties en bijwerkingen na chemotherapie.
    • Minder complicaties en oedeem na radiotherapie.
    • Ontstekingen zijn sneller onder controle.
    • Langere overlevingsduur.

Orale voedingssupplementen

Het onderzoek toont aan dat intraveneus toegediende antioxidanten werkzamer zijn dan orale supplementen.

De immuunfunctie kan echter tot op zekere hoogte ook worden verbeterd door voedingsstoffen in orale vorm toe te dienen.

De dagelijkse orale inname van mul tivitaminen, mineralen, klierextracten en plantaardige geneesmiddelen kan helpen de essentiële voedingsstoffen die niet in de voeding zitten aan te vullen.

Een aantal onderzoeken heeft de gunstige werking aangetoond van orale supplementen, hoewel de besprekingen ervan niet eenduidig zijn en er op dit moment geen duidelijke voorspellende indicatoren zijn voor wat wel en niet gaat werken.

  • Referenties

    Riordan HD, Casciari JJ, González MJ, Riordan NH, Miranda-Massari JR, Taylor P, Jackson JA. A pilot clinical study of continuous intravenous ascorbate in terminal cancer patients. P R Health Sci J. 2005 Dec;24(4):269-76

    Waring AJ, Drake IM, Schorah CJ, White KL, Lynch DA, Axon AT, Dixon MF. Ascorbic acid and total vitamin C concentrations in plasma, gastric juice, and gastrointestinal mucosa: effects of gastritis and oral supplementation. Gut. 1996 Feb;38(2):171-6.

    Padayatty SJ, Sun H, Wang Y, Riordan HD, Hewitt SM, Katz A, Wesley RA, Levine M. Vitamin C pharmacokinetics: implications for oral and intravenous use. Ann Intern Med. 2004 Apr 6;140(7):533-7.

    Hoffer LJ, Levine M, Assouline S, Melnychuk D, Padayatty SJ, Rosadiuk K, Rousseau C, Robitaille L, Miller WH Jr. Phase I clinical trial of i.v. ascorbic acid in advanced malignancy. Ann Oncol. 2008 Nov;19(11):1969-74. Epub 2008 Jun 9.

    Sasazuki S, Hayashi T, Nakachi K, Sasaki S, Tsubono Y, Okubo S, Hayashi M, Tsugane S. Protective effect of vitamin C on oxidative stress: a randomized controlled trial. Int J Vitam Nutr Res. 2008 May;78(3):121-8.

    Sakagami H, Satoh K, Hakeda Y, Kumegawa M. Apoptosis-inducing activity of vitamin C and vitamin K. Cell Mol Biol (Noisy-le-grand). 2000 Feb;46(1):129-43. Casciari JJ, Riordan NH, Schmidt TL, Meng XL, Jackson JA, Riordan HD.

    Cytotoxicity of ascorbate, lipoic acid, and other antioxidants in hollow fibre in vitro tumours. Br J Cancer. 2001 Jun 1;84(11):1544-50.

    Padayatty SJ, Levine M. Reevaluation of ascorbate in cancer treatment: emerging evidence, open minds and serendipity. J Am Coll Nutr. 2000 Aug;19(4):423-5.

    Margolin K, Atkins M, Sparano J, Sosman J, Weiss G, Lotze M, Doroshow J, Mier J, O’Boyle K, Fisher R, Campbell E, Rubin J, Federighi D, Bursten S. Prospective randomized trial of lisofylline for the prevention of toxicities of high-dose interleukin 2 therapy in advanced renal cancer and malignant melanoma. Clin Cancer Res. 1997 Apr;3(4):565-72.

    Riordan HD, Riordan NH, Jackson JA, Casciari JJ, Hunninghake R, Gonzalez MJ, Mora EM, Miranda-Massari JR, Rosario N, Rivera A. Intravenous vitamin C as a chemotherapy agent: a report on clinical cases. P R Health Sci J. 2004 Jun;23(2):115-8.

    González MJ, Mora EM, Miranda-Massari JR, Matta J, Riordan HD, Riordan NH. Inhibition of human breast carcinoma cell proliferation by ascorbate and copper. P R Health Sci J. 2002 Mar;21(1):21-3.

    Chen Q, Espey MG, Sun AY, Pooput C, Kirk KL, Krishna MC, Khosh DB, Drisko J, Levine M. Pharmacologic doses of ascorbate act as a prooxidant and decrease growth of aggressive tumor xenografts in mice. Proc Natl Acad Sci U S A. 2008 Aug 12;105(32):11105-9. Epub 2008 Aug 4.

    Park CH, Kimler BF, Yi SY, Park SH, Kim K, Jung CW, Kim SH, Lee ER, Rha M, Kim S, Park MH, Lee SJ, Park HK, Lee MH, Yoon SS, Min YH, Kim BS, Kim JA, Kim WS. Depletion of L-ascorbic acid alternating with its supplementation in the treatment of patients with acute myeloid leukemia or myelodysplastic syndromes. Eur J Haematol. 2009 Aug;83(2):108-18. Epub 2009 Mar 5.

    Gorter, R. Unpublished clinical data. Medical Center Cologne, Cologne, Germany, 2010.

    Micke O, Bruns F, Mücke R, Schäfer U, Glatzel M, DeVries AF, Schönekaes K, Kisters K, Büntzel J. Selenium in the treatment of radiation-associated secondary lymphedema. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2003 May 1;56(1):40-9.

    Büntzel J. [Experiences with sodium selenite in treatment of acute and late adverse effects of radiochemotherapy of head-neck carcinomas. Cytoprotection Working Group in AK Supportive Measures in Oncology Within the scope of MASCC and DKG] [Article in German] Med Klin (Munich). 1999 Oct 15;94 Suppl 3:49-53.

    Pakdaman A. Symptomatic treatment of brain tumor patients with sodium selenite, oxygen, and other supportive measures. Biol Trace Elem Res. 1998 Apr-May;62(1-2):1-6.

    Asfour IA, El Shazly S, Fayek MH, Hegab HM, Raouf S, Moussa MA. Effect of high-dose sodium selenite therapy on polymorphonuclear leukocyte apoptosis in non-Hodgkin’s lymphoma patients. Biol Trace Elem Res. 2006 Apr;110(1):19-32.

    Kasseroller R. Sodium selenite as prophylaxis against erysipelas in secondary lymphedema. Anticancer Res. 1998 May-Jun;18(3C):2227-30.

    Zimmermann T, Leonhardt H, Kersting S, Albrecht S, Range U, Eckelt U. Reduction of postoperative lymphedema after oral tumor surgery with sodium selenite. Biol Trace Elem Res. 2005 Sep;106(3):193-203.